-
1 iets tot zich nemen
iets tot zich nemenprendre qc. -
2 voedsel tot zich nemen
voedsel tot zich nemen -
3 iets tot zich nemen
iets tot zich nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets tot zich nemen
-
4 voedsel tot zich nemen
voedsel tot zich nementake food/nourishmentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voedsel tot zich nemen
-
5 zich iets tot stelregel nemen
zich iets tot stelregel nemen -
6 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well -
7 nemen
1 prendre♦voorbeelden:dat neem ik niet! • cela je ne l'accepte pas!men neme … • prendre: …iets op zich nemen • se charger de qc.iemand tot man nemen • prendre qn. pour épouxiets tot zich nemen • prendre qc.iets uit de kast nemen • prendre qc. dans l'armoireiets van de tafel nemen • prendre qc. sur la table〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand voor iets nemen • prendre qn. pour qc.iemand nemen zoals hij is • prendre qn. tel qu'il estde dingen nemen zoals ze zijn • prendre les choses comme elles viennenthet er (goed) van nemen • se payer du bon tempsalles bij elkaar genomen • somme toute→ link=geven geven¶ iemand er (mooi) tussen nemen • faire marcher qn. -
8 absorber
absorber [aapsorbee]1 opnemen ⇒ opslorpen, inzuigen2 tot zich nemen ⇒ achteroverslaan, eten, drinken1 opgaan (in) ⇒ verloren gaan (in), opgezogen worden1. v1) opnemen, opslorpen2) eten, drinken3) verslinden2. s'absorberv1) opgaan (in) -
9 ontfermen
〈wederkerend werkwoord; zich ontfermen〉2 [onder zijn verantwoordelijkheid nemen] take care (of)3 [tot zich nemen] see (to), take care (of)♦voorbeelden:2 kun jij je even over de kinderen ontfermen • could you take care of the children for a while please -
10 absorption
absorption [aapsorpsjõ]〈v.〉f1) absorptie, opname3) overname (door) [bedrijf] -
11 ontfermen
〈wederkerend werkwoord; zich ontfermen〉1 [uit de nood helpen] avoir pitié (de)2 [onder zijn verantwoordelijkheid nemen] se charger (de)3 [tot zich nemen] s'occuper (de)♦voorbeelden: -
12 aufnehmen
aufnehmen♦voorbeelden:die Küche aufnehmen • de keuken dweilenMaschen aufnehmen • steken opnemenein Kind auf den Arm aufnehmen • een kind op de arm nemenetwas vom Boden aufnehmen • iets van de grond oprapen2 eine Arbeit aufnehmen • een werk opnemen, beginnenden Kampf aufnehmen • de strijd aanbindendie Verfolgung aufnehmen • de achtervolging inzetten8 eine Anleihe aufnehmen • een lening aangaan, sluitender Film wurde mit Begeisterung vom Publikum aufgenommen • het publiek reageerde enthousiast op de filmein Protokoll aufnehmen • een proces-verbaal opmakeneinen Unfall aufnehmen • een ongeval protocolleren -
13 einnehmen
einnehmen♦voorbeelden:eine abwartende Haltung einnehmen • een afwachtende houding aannemensich einnehmen lassen von • onder de invloed raken vanjemanden für etwas einnehmen • iemand voor iets winnengegen jemanden eingenommen sein • een vooroordeel tegen iemand hebben -
14 voedsel
1 food♦voorbeelden:plantaardig voedsel • vegetable foodvoedsel tot zich nemen • take food/nourishmentzij nemen voor drie dagen voedsel mee • they take along food/provisions for three daysde zieke kan geen voedsel meer verdragen • the patient cannot take food any longer -
15 alimenter
alimenter [aaliemãtee]2 voorzien van ⇒ voeden, bevoorraden♦voorbeelden:2 alimenter la caisse • geld in de kas storten, de kas stijvenalimenter le feu • het vuur gaande houdenalimenter une machine • een machine van brandstof voorzien1 zich voeden ⇒ voedsel tot zich nemen, etenv1) voeden2) voorzien van, bevoorraden -
16 drinken
drinken1〈 het〉♦voorbeelden:de zieke vroeg om drinken • the patient asked for something to drink————————drinken22 [opzuigen] soak (up)♦voorbeelden:iemand vragen een borrel te komen drinken • invite someone for a drinkeen kop thee/koffie drinken • have a cup of tea/coffeedie koffie is niet te drinken • that coffee is undrinkablewat wil je drinken?, wat drink jij? • what are you having?, what'll it be?op iemands gezondheid drinken • drink/pledge (to) someone's healthik drink op ons succes • here's to our success!hier moet op gedronken worden • this calls for a toastje moet niet alles door elkaar drinken • don't mix your drinks1 [alcohol drinken] drink♦voorbeelden:nooit drinken • be a teetotallerstevig drinken • drink heavilyteveel drinken • drink (to excess)1 [in een toestand brengen] drink♦voorbeelden:zich dood drinken • drink oneself to death -
17 scheppen
I 〈overgankelijk werkwoord; schiep, heeft geschapen〉1 create♦voorbeelden:voorwaarden scheppen • create conditionsII 〈overgankelijk werkwoord; schepte, heeft geschept〉2 [tot zich nemen] take3 [zich verwerven] draw4 [opnemen en verplaatsen, opvangen] catch♦voorbeelden:vol/leeg scheppen • fill, emptysoep in een bord scheppen • serve/ladle soup into a platezand op een kruiwagen scheppen • shovel sand into a wheelbarrow -
18 pakken
I.[beetpakken, grijpen]ergreifenII.[boeien]fesseln [fig.]III.[houden, grijpen]packenIV.[inpakken]packen [einpacken]V.[omhelzen]an sich drücken [umarmen]VI.[opnoemen]nehmen [nennen, auswählen]VII.[tot zich nemen]nehmen [zu sich nehmen]VIII.[vangen]fassen [fangen] -
19 ingest
v. opnemen (van voedsel); innemen via de mond[ indzjest] -
20 opdrinken
1 [tot zich nemen; opmaken] boire2 [leegdrinken] vider♦voorbeelden:drink je melk op • finis ton lait
См. также в других словарях:
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schaf — 1. An skürw d Schep kan an hian Hokfal umstegh. (Nordfries.) Ein räudig Schaf kann eine ganze Hürde voll anstecken. 2. An suart Schep laat hör egh witi thau. (Nordfries.) 3. Annem nackte Schoffe ies nischte abzuscharen. – Robinson, 240; Gomolcke … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nichts — 1. Als Niet kommt tot iet, dann kennt iet hem selver niet. – Simrock, 7534. Wenn ganz arme Leute plötzlich zu grossem Vermögen gelangen, kennen sie sich selbst nicht mehr. 2. Auss nichts wird nichts vnd bleibt nichts. – Lehmann, II, 32, 68; Petri … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schuld (Zahlungspflicht) — 1. Alle Schulden muss man bezahlen. – Graf, 236, 90. Mhd.: Alle scult mut man wol gelden. (Homeyer, Sachsenspiegel, I, 65.) 2. Allererst die Schulden, dann die Almosen. – Graf, 221, 267. Erst wenn aus dem Nachlass des Verstorbenen die Schulden… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon